grenadier
(1969) (Vlaanderen, sch.) struise vrouw. Eigenlijk: soldaat van het korps der Grenadiers. Syn.: brouwerswijf*; dragonder*. • (Petrus C.J.M. Paardekooper: ABN-gids. 1969) • (Herman J. Claeys: Vlaams Dialecten woordenboek. 2001)
Marc De Coster (2020-2024)
(1969) (Vlaanderen, sch.) struise vrouw. Eigenlijk: soldaat van het korps der Grenadiers. Syn.: brouwerswijf*; dragonder*. • (Petrus C.J.M. Paardekooper: ABN-gids. 1969) • (Herman J. Claeys: Vlaams Dialecten woordenboek. 2001)
drs. L.A. Beeloo (1981)
oorspronkelijk een infanterist die geoefend was in het werpen van handgranaten. Later vormden de grenadiers de keurtroepen van de infanterie en in Nederland kennen wij nog een garderegiment grenadiers.
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), een soort kanarie (organist) waarvan het mannetje blauw is met aan weerszijden van de borst een goudgele vlek (Euphonia cayennensis). De Grenadier wordt door kanarie -liefhebbers op hoogen prijs gesteld, niet zoozeer om den onbeduidenden zang, die harder en grover klinkt dan die van de Blauwdas, als wel om de zeldzaamheid en het fraaie ve...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: