Wat is de betekenis van Grazelen?

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grazelen

(grazelder heeft gegrazeld), (gew.) grazen.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grazelen

GRAZELEN, (grazelde, heeft gegrazeld), (gew.) grazen.

Gerelateerde zoekopdrachten