gravel
(zelfstandig naamwoord) [alg.] steengruis, roodgruis - Professionele tennissers spelen vaak op steengruis.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] steengruis, roodgruis - Professionele tennissers spelen vaak op steengruis.
Wiktionary (2019)
gravel - Zelfstandignaamwoord 1. roodkleurige steengruis die doorgaans wordt gebruikt voor de verharding van tennisbanen ♢ Hij speelt eigenlijk altijd het liefst op gravel. Woordherkomst Van het Engelse gravel.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng., van OFr. gravelle, verklw. van grave = grind, VLat. grava, van Keltisch] grondstof voor het maken van tennisbanen.
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), (uitspr. E: grev’vel), (goudzoekersterm) goudhoudende kwartsgrindlaag in beekbedding. Deze goudhoudende kwartsgrinden, of ‘gravels ’ zoals ze hier te lande bekend staan, vormen de ‘alluviale' goudafzettingen (Enc.Sur. 248). - Etym.: E (= grind, kiezel i.h.a.). - Syn. grabbel, grobber. Zie ook: grading.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1. kiezel (zand), grint; graveel; 2. met kiezelzand bestrooien, begrinten; 3. vastzetten; ergeren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: