grauwtje
grauwtje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grauw
Wiktionary (2019)
grauwtje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grauw
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. benaming voor de ezel; alle ezels heten geen grauwtje, er zijn ook ezels op twee benen ; (ook) grijs paardje; 2. grauwe lijster; 3. schilderij die niet in de natuurlijke kleuren, maar in verschillende tinten van een zelfde kleur is geschilderd, grisaille.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), 1. ben. voor de ezel; alle ezels heten geen -, er zijn ook ezels op twee benen; (ook) grijs paardje; 2. camaïeu, →-grisaille.
J.H. van Dale (1898)
GRAUWTJE, o. (-s), benaming voor den ezel; alle ezels heeten geen grauwtje, er zijn ook ezels op twee beenen; (ook) grijs paardje; (ook) zekere vogel, grauwe lijster; — eene schilderij, die niet in de natuurlijke kleuren, maar in verschillende tinten van eene zelfde kleur is geschilderd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: