Wat is de betekenis van Granman?

2025-11-18
Lexicon van de multiculturele samenleving

Martin Meulenberg (2003)

Granman

(Sranan) De hoogste autoriteit van een bosnegerstam, het stamhoofd. Hij wordt voor het leven benoemd door zijn eigen volk en officieel erkend en beëdigd door de Surinaamse overheid. De granman vervult nog steeds een belangrijke rol bij de marrons in Suriname. Hij neemt beslissingen voor en namens zijn volk, en daar heeft eenieder zich aan te houden...

2025-11-18
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Granman

[Sranangtongo = aanzienlijke man, van Eng. grand = groot, en man] opperhoofd, stamleider bij de bosnegers in Suriname.

2025-11-18
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

granman

(de, -s), 1. stamhoofd van een bosnegerstam (ook als (aanspreek)titel). Op Langatabbetje, een lang eiland, bevindt zich het groote Boschnegerdorp van de Granman (J&L 1923: 14). Alvorens zo ver door te dringen, bracht ik, ofschoon niet te voren aangekondigd, zoals de bosland-etikette vordert, een beleefdheidsbezoek aan Granman Forster op Langa T...

2025-11-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

granman

m. (-nen), hoofd van een Surinaamse samenleving van →Bosnegers, die het hoogste wereldlijke en religieuze gezag bekleedt.

2025-11-18
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Granman

N.E. Opperhoofd der boschnegers (zie aldaar, blz. 158). Elke stam heeft zijn eigen granman.

2025-11-18
Prisma Sranantongo

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-11-18
Prisma Sranantongo

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-11-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)