Wat is de betekenis van grandeur?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grandeur

grandeur - Zelfstandignaamwoord 1. iets dat macht en grootsheid uitstraalt en imponeert Als je de grandeur en meedogenloze aard van geologische processen wilt leren kennen, zou het geen slechte zaak zijn het Tetongebergte te bezoeken. die prachtige grillige bergketen net ten zuiden van Yellowstone Na...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Grandeur

[Fr.] grootheid, verhevenheid ([i]fig.). [/i]

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Grandeur

glans; grootheid

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

grandeur

grandeur - Het majesteitelijk, groots, prachtig, deftig of imponerend zijn op een ontzagwekkende manier.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Grandeur

grootheid, grootsheid

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Grandeur

grootte, omvang, belang; grootheid, grootsheid, aanzien, verhevenheid, heerlijkheid; grandeur d'âme, grootmoedigheid; regarder du haut de sa grandeur, uit de hoogte neerzien op; Sa Grandeur, Zijne Hoogheid; Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

grandeur

grootheid, grootsheid, pracht, staatsie, voornaamheid.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grandeur

[Fr.], m., groot-of grootsheid.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)