Wat is de betekenis van Grammaticaal?

2019
2023-03-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grammaticaal

grammaticaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. (grammatica) betrekking hebbend op de grammatica 2. overeenkomstig de regels van de grammatica Woordherkomst afgeleid van grammatica met het achtervoegsel -aal Antoniemen ongrammaticaal Verwante begrippen grammaticaliteit

Lees verder
2017
2023-03-25
Begrippen Over taal

Taaladvies (2017)

Grammaticaal

Bij grammaticaliteitsoordelen worden de labels 'twijfelachtig' en 'uitgesloten' gebruikt. Voorbeelden die als 'uitgesloten' zijn gelabeld, zijn in strijd met de regels van de Nederlandse grammatica. Als het niet duidelijk is of een bepaald voorbeeld tot de grammaticale mogelijkheden behoort, wordt het label 'twijfelachtig' eraan toegevoegd. Grammat...

Lees verder
2017
2023-03-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grammaticaal

grammaticaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: gram-ma-ti-caal 1. volgens de regels van de taal ♢ deze zin is grammaticaal, het is een goede zin Zelfstandig naamwoord: gram-ma-ti-caal

Lees verder
2000
2023-03-25
Termenlijst taaluniversum

NN (2000)

Grammaticaal

Bij grammaticaliteitsoordelen worden de labels `twijfelachtig` en `uitgesloten` gebruikt. Voorbeelden die als `uitgesloten` zijn gelabeld, zijn in strijd met de regels van de Nederlandse grammatica. Als het niet duidelijk is of een bepaald voorbeeld tot de grammaticale mogelijkheden behoort, wordt het label `twijfelachtig` eraan toegevoegd. Grammat...

Lees verder
1994
2023-03-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Grammaticaal

[Lat. grammaticalis] de spraakkunst betreffend; volgens de regels van de spraakkunst.

1993
2023-03-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Grammaticaal

(grammatikaal) volgens de spraakkunst; overeenkomstig de taalregels

1955
2023-03-25
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Grammaticaal

taalkundig; de spraakkunst betreffend

1950
2023-03-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grammaticaal

bn. bw., de spraakleer betreffende : grammaticale onderscheidingen; — (bw.) hij schrijft grammaticaal, overeenkomstig de taalregelen; — (muz.) grammaticaal accent, het accent van het woord.

1948
2023-03-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

grammaticaal

grammatisch, de spraakleer betreffende, spraakkunstig.

1937
2023-03-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grammaticaal

bn., bw. (Fr. [Lat. grammaticalis]: spraakkunstig): grammaticale onderscheidingen; een zin grammaticaal ontleden.

1914
2023-03-25
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

grammaticaal

grammaticaal - taalkundig; de spraakkunst betreffend.

1908
2023-03-25
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Grammaticaal

taalkundig.

1906
2023-03-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Grammaticaal

overeenkomstig de spraakleer.