grammatica
grammatica - Zelfstandignaamwoord 1. (grammatica) een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal Synoniemen spraakkunst, spraakleer Verwante begrippen syntaxis
Nu slechts 21,95!
Nederlandstalige WikiWoordenboek
grammatica - Zelfstandignaamwoord 1. (grammatica) een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal Synoniemen spraakkunst, spraakleer Verwante begrippen syntaxis
Nederlands woordenboek voor onderwijs
grammatica - zelfstandig naamwoord uitspraak: gram-ma-ti-ca 1. de taalregels van een taal ♢ in de Nederlandse grammatica hoort het onderwerp bij de persoonsvorm Zelfstandig naamwoord: gram-ma-ti-ca de grammatica...
Logopedisch Lexicon
(o.), syn. spraakkunst; de verzameling van alle regels van een taal en de uitzonderingen daarop; de beschrijving van het taalsysteem van een bepaalde taal; descriptieve ~ de beschrijving of het model van de ‘inwendige’ grammatica die elke spreker van de taal bezit; prescriptieve ~ een grammatica die voorschrijft hoe men zou moeten spre...
Woordenboek vreemde woorden
[Lat. - (ars) = taalkundige (kunst), Gr. grammatikè, van gramma = letter, geschrift, van graphein = schrijven] spraakleer, -kunst; leerboek daarvan.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(Gr.-Lat.), v. (-’s), 1. spraakkunst, spraakleer ; 2. boek waarin een spraakleer behandeld is.
Encyclopedie van A tot Z - 1949
(Gr. gramma, letter), spraakkunst,
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
v. grammatica's (Gr.-Lat. [v. Gr. gramma = letter]: spraakkunst).
Modern Woordenboek (1930-1961)
enz. → grammatika enz.
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Grammatica - zie SPRAAKKUNST.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
GRAMMATICA, v. (-’s), spraakkunst, spraakleer. GRAMMATICAAL, bn. bw. de spraakleer betreffende hij schrijft grammaticaal, overeenkomstig de taalregelen; — (muz.) grammaticaal accent, het accent van het woord. GRAMMATICUS, m. (...ei), spraakkunstschrijver of -geleerde.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.