Wat is de betekenis van grafisch?

grafisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. betrekking hebbend op boekdruk- en prentkunst 2. schriftelijk, in tekening Woordherkomst met het voorvoegsel graf- en met het achtervoegsel -isch

grafisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gra-fies 1. wat te maken heeft met voorstellingen in lijnen of figuren ♢ er was een grafische illustratie bij afgedrukt 2. wat met het drukken van boeken en tijdschriften te maken heef...

[Gr. graphikos] bn & bw 1 op de prentkunst (grafiek) betrekking hebbend; grafische kunsten, prentkunst; houtsnijkunst, lithografie, kopergravures e.d. (zie grafiek 2); grafische vakken, het drukken van boeken, het maken van clichés, van reprodukties; ook zelfs: boekbinderij; 2...

d.m.v. lijnen, figuren of tekens voorgesteld; op de grafiek betrekking hebbend

op de grafiek betrekking hebbend.

...

(< Gr. = tekenen of schrijven; via Fr. graphique en Eng. graphie). De termen graphie représentation en graphie method ontstonden in het eind van de 18e eeuw in Engeland.

('gra:fis) bn. en bw. 1. Algm. de grafiek betreffend : kopergravure, litografie, houtsnijkunst, stereotypie heet men -e kunsten, vakken. 2. Inz. met lijnen en tekens afbeeldend: de -e metode; een -e voorstelling.

bn. en bw., 1. op de grafiek betrekking hebbend: de grafische vakken, grafische itidustrie, de boekdrukkerij en de nijverheid van het vervaardigen van clichés en reprodukties; →grafische kunst, prentkunst door middel van grafische technieken vervaardigd; 2. schriftelijk, in tekening: een grafische voorstelling, voorstelling van het ver...