graatvormig
graatvormig - Bijvoeglijk naamwoord 1. vorm van een graat hebbend ♢ Bij de vleugelhanden (de vledermuizen) ontbreekt de ellepijp geheel of is een dun, graatvormig been, hetwelk onder het spaakbeen ligt. Woordherkomst afgeleid van graat met het achtervoegsel -vormig