Wat is de betekenis van graasde?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

graasde

graasde - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van grazen ♢Ik graasde ♢Jij graasde ♢Hij, zij, het graasde

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Graasde

bn., (w. g.) graasde boter, grasboter.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

graasde

bn. (van gras): graasde boter, grasboter.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

graasde

('gra:zdə) bn. [gras] van gras, alleen in de uitdrukking : boter, grasboter.