Wat is de betekenis van Goudgroen?

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goudgroen

bn. (goudachtig groen): de goudgroene vleugels van een insect.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

goudgroen

('gout) bn. groen met gouden glans.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

goudgroen

bn., groen met een gouden glans, goudachtig groen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Goudgroen

bn. groen met een gouden glans, goudachtig groen: hij droeg een goudgroen ondervest.

Gerelateerde zoekopdrachten