Wat is de betekenis van Gottegot?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gottegot

(1939) uitroep van verbazing of ergernis. De herhaling dient hier als versterking. • ... O Gottegot O Gottegot ! Kuttel: Wat mankeert jou? (Jan de Hartog: De ondergang van de "Vrijheid": spel van de zeeslepers in vier bedrijven. 1939) • Gottegot, laat die kat toch lopen! (Ferdinand Langen: In pyama. 1946) • Gottegot,'...

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

gottegot

Bastaardvloek van God die zich door herhaling versterkt. Aan de vloek gaat vaak och of o(h) vooraf. Als uitroep dient de term vooral om opwinding, boosheid, ergernis enz. aan de oppervlakte te brengen.

2024-04-25
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Gottegot

o God; Nieuwhoogduits Gott o Gott.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gottegot

GOTTEKES, tw., bastaardvloek, uitroep van schrïk, verbazing, van wanhoop enz.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gottegot

('gottə) tw. bastaardvloek als uiting van schrik, verbazing enz.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gottegot

GOTTEKES, tw. bastaardvloek, uitroep van schrik, verbazing, van wanhoop enz.

Gerelateerde zoekopdrachten