Wat is de betekenis van Goot?

Goot - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) lid van een Oost-Germaans volk dat een grote rol gespeeld heeft in de ondergang van het West-Romeinse Rijk. ♢ We kunnen ook veilig aannemen dat een kleine Romein of een kleine Goot langer tijd nodig had om ‘goed praten’ te leren dan een kleine Nederlander....

goot - zelfstandig naamwoord 1. smalle, langwerpige uitholling waar water door kan stromen ♢ het water van de stoep komt in de goot terecht 1. hem uit de goot halen [zich over hem bekommeren als het slecht met h...

(zn) bijkeuken EK.

Wie een goot schoonmaakt, wil in de waaktoestand tot heldere geestelijke inzichten komen, die hem verder moeten helpen. Is de goot verstopt geraakt, dan is onze inspanning tevergeefs, omdat we toch niets bereiken en derhalve momenteel zeer moedeloos zijn. Degene die zich aan de goot vastklampt om niet van het dak te vallen, heeft ideeën die hi...

Alida Margaret Ada van der (Zaandam 1878 Amsterdam 1963). Beeldend kunstenaar; schilderijen en tekeningen (portretten, landschappen, stadsgezichten, bloemstukken en stillevens). Alida van der Goot studeerde in onder meer Hannover, Groningen en München, sinds 1896 werkte zij voornamelijk in haar woonplaats Amsterdam.

(de, goten), (ook:) gegraven, open riool. De smalle strook langs de met gras, patatranken en dagoeblat overgroeide goot is zwart en drassig (Vianen 1969: 9). - Etym.: S gotro = o.m. id. AN g. heeft altijd (ver)harde wanden (steen, zink, cement, hout).

Een g. dient om het water op te vangen en af te voeren. Bij kassen wordt de g., voor zover aanwezig, meestal bij de voet aangebracht, soms bij de muurplaat of de kniegording. Plaatsing bij de muurplaat heeft als nadeel, dat de ruiten zeer vuil worden door opspattend water; bij de knie geeft hij veel schaduw. de g. aan de voet van de kas is meestal...

s., goat(t)e.

...