Wat is de betekenis van Goochelen?

goochelen - Werkwoord 1. (inerg) het uitvoeren van effecten die verbazing wekken van omstaanders Verwante begrippen toveren, magiër, clown, circus

goochelen - regelmatig werkwoord uitspraak: goo-che-len 1. iemand kunstjes doet die schijnbaar niet mogelijk zijn ♢ hij goochelde een konijn uit de hoge hoed 2. op handige en bedrieglijke manier ergens mee omspringen...

is voor het oog bedrieglijke toeren uithalen. Het gebeurt meestal door vingervlugheid of door gebruik van een tructoestel, in tegenstelling tot toveren, dat is: geheimzinnige dingen tot stand brengen met niet-natuurlijke krachten.

v., gûchelje, hekse.

...

goochelde, h. gegoocheld (vlugge, voor het oog bedrieglijke toeren verrichten inz. met de handen; toveren, toverkunstjes verrichten): fig. goochelen met cijfers, op handige (bedrieglijke) wijze met cijfers omspringen.

Goochelen - het verrichten van handelingen, die, op vingervlugheid en zinsbedrog berustende, bij den toeschouwer den indruk moeten vestigen, dat de handeling niet op natuurlijke wijze kan worden verklaard; bijv. het doen verdwijnen en weer te voorschijn laten komen van voorwerpen op niet waarneembare en schijnbaar onverklaarbare manier. Als zoodani...

(goochelde, heeft gegoocheld) [msch. Lat. joculari] 1. op handige en bedrieglijke wijze voorwerpen te voorschijn brengen of doen verdwijnen: met ballen en bekers. 2. handig en bedrieglijk omspringen met iets: met klanken en woorden, met cijfers -.

is het bijzonder handig en vlug bepaalde handelingen verrichten, zoodat degenen, die het zien onder den indruk komen, dat er iets wonderbaars geschiedt. Dit goochelen is niet verboden en mag niet verward worden met tooveren, waarbij men zich in verband stelt met door Gods Woord verboden machten of krachten. Daarvan is bij goochelen geen sprake, het...