Wat is de betekenis van Gonje?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gonje

(1914) (Barg. en sold.) meisje. Syn.: gondel*; gries*; kalle*; lekijver*; mokke*; nafke*; niese*; sjikse*. • Gonje: meisje. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914. Soldatentaal) • wat bedist dat gonje daar een kluun ‘wat krijgt dat meisje daar een klap...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gonje

[v. Fr. gonne = bep. oud lang kleed] bep. soort jute.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gonje

soort jute

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

gonje

v. soort grove stof; zie goenie.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gonje

v. (jute).

2024-04-19
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Gonje

of jute. Een vezelstof, afkomstig van een tropische plant, welke o.a. op Java geteeld wordt, maar oorspronkelijk uit Voor-Indië kwam. De stengels worden behandeld als vlas, dus eerst geroot, dan gezwingeld. De kleur der vezels is eerst wit en glanzend, later wordt ze geel. De vezelstof is goedkoop, heeft veel glans en buigzaamheid, maar is nie...

2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gonje

→ Jute.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gonje

m. (-s) [Hindi] jute.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gonje

m., uit Indiase hennep geweven grove stof, voor velerlei doeleinden gebruikt; in samenst. als bn. gebruikt.