Wat is de betekenis van Gomhars?

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gomhars

o. en v.; (soorten), gomharsen (mengsel van gom en hars).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gomhars

m. en o. (-en) mengsel van gom en hars.

2024-04-20
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Gomhars

Harssoorten, welke gom bevatten.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gomhars

m./o. (-en), mengsel van gom en hars, dat uit spleten van sommige bomen vloeit.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gomhars

o. (-en), mengsel van gom en hars, dat uit spleten of insnijdingen van sommige boomen vloeit; tot de gomharsen behooren duivelsdrek, guttegom, ammoniakgom, myrrhe, wierook, opium enz.