gomelastiek
o., in bet. 3 en 4 gomelastieken (eig. veerkrachtige gom: 1 gestold sap van de gomboom: caoutchouc: 2 geprepareerde caoutchouc, vlakgom: 3 een stukje vlakgom: 4 een band van of met caoutchouc, elastiekje): 1. gomelastiek, 81 balen verkocht, gevulcaniseerde gomelastiek; 2. met gomelastiek iets uitvegen: 3. reik me je gomelastiek eens: 4. het gomelas...