Wat is de betekenis van goeierd?

2024-10-11
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-11
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

goeierd

goed persoon. iemand die goed en zachtaardig is; iemand met een goed en zachtaardig karakter; goed en zachtaardig persoon. Voorbeelden: Maar Beppie en ik waren het er wel over eens, dat hij een goeierd was en dat hij best bij ons mocht komen. Yvonne Keuls, Het verrotte leven van Floortje Bloem, 1982 Henk was een goeierd. Die...

2024-10-11
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

goeierd

goeierd - Zelfstandignaamwoord 1. een heel aardig en vriendelijk persoon die misschien wel te goed is voor deze wereld Je kunt het zo gek niet bedenken of er komt narigheid van: in dit geval vla. In de supermarkt zag ik een stel van een jaar of 20 knus boodschapjes doen. De knaap, een lange, blonde goeie...

2024-10-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goeierd

m. goeierds (goedzak).

2024-10-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

goeierd

m. (-s) goedhartig man.

2024-10-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

goeierd

m. (-s), 1. goedhartig, trouwhartig persoon: de — liep voor ons het vuur uit zijn sloffen; 2. ➝goeier.

2024-10-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Goeierd

m. (-s), goedhartig, trouwhartig persoon: de goeierd liep voor ons het vuur uit zijn sloffen: — goeiers. benaming eener goede soort van aardappelen.

2024-10-11
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)