goedkoop
goedkoop - Bijvoeglijk naamwoord 1. (handel) laag in prijs ♢ Een goedkoop hotel. 2. (figuurlijk) eenvoudig of slecht bedacht ♢ Een goedkope leugen. ♢ Een ontzettend goedkope truc. Uitdrukkingen en gez...
Wiktionary (2019)
goedkoop - Bijvoeglijk naamwoord 1. (handel) laag in prijs ♢ Een goedkoop hotel. 2. (figuurlijk) eenvoudig of slecht bedacht ♢ Een goedkope leugen. ♢ Een ontzettend goedkope truc. Uitdrukkingen en gez...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Een slag goedkoop winnen: met een relatief lage kaart. 2. Een goedkope uitnemer: uitnemer die niet veel down gaat en derhalve weinig punten kost (oftewel een ‘koopje’).
Muiswerk Educatief (2017)
goedkoop - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: goed-koop 1. wat weinig geld kost ♢ op de markt is het fruit goedkoop 1. goedkoop is duurkoop [met goedkope spullen ben je uiteindelijk duurder uit]...
Pieter Scheen (1980)
Pieter; geb. Amsterdam 12 mei 1877, overl. Den Haag 17 augustus 1952. Woonde en werkte in Amsterdam en in België. Kunstschilder. Lid van ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam.Mak van Waay; Scheen 1969.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: