goedkoop
goedkoop - Bijvoeglijk naamwoord 1. (handel) laag in prijs ♢ Een goedkoop hotel. 2. (figuurlijk) eenvoudig of slecht bedacht ♢ Een goedkope leugen. ♢ Een ontzettend goedkope truc. Uitdrukkingen en gez...
Adverteer een jaar exclusief op dit woord!
Nederlandstalige WikiWoordenboek
goedkoop - Bijvoeglijk naamwoord 1. (handel) laag in prijs ♢ Een goedkoop hotel. 2. (figuurlijk) eenvoudig of slecht bedacht ♢ Een goedkope leugen. ♢ Een ontzettend goedkope truc. Uitdrukkingen en gez...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
goedkoop - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: goed-koop 1. wat weinig geld kost ♢ op de markt is het fruit goedkoop 1. goedkoop is duurkoop [met goedkope spullen ben je uiteindelijk duurder uit]...
AUTEUR VAN HET BRIDGE WOORDENBOEK - "BRIDGE OPZOEKBOEK" (UITGAVE 1998)
1. Een slag goedkoop winnen: met een relatief lage kaart. 2. Een goedkope uitnemer: uitnemer die niet veel down gaat en derhalve weinig punten kost (oftewel een ‘koopje’).
Lexicon Beeldende Kunstenaars
Pieter; geb. Amsterdam 12 mei 1877, overl. Den Haag 17 augustus 1952. Woonde en werkte in Amsterdam en in België. Kunstschilder. Lid van ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam.Mak van Waay; Scheen 1969.
Nederlandse encyclopedie
bw. en bn. (-koper, -st), I. bw., 1. voor weinig geld, voor geringe prijs: kopen en verkopen; het vlees is hier goedkoper te krijgen dan bij u in de stad; werken, voor laag loon; er — af komen, met geringe onkosten, (fig.) zonder grote schade of last; II. bn., 1. niet hoog in prijs, niet duur: de eieren waren —; (spr.) —, duu...
Friesch woordenboek
adj., goed-, guodkeap, skewielich; uit inschikkelijkheid — leveren, skewiel(j)e; het is wat te — verkocht, it is der ûnder troch.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
I. bn.; goedkoper (of inz. Z.-N.: beterkoop), goedkoopst (1 niet duur, laag in prijs; 2 fig. van weinig waarde; 3 van personen, die niet duur zijn; van plaatsen, winkels, waar de prijzen niet hoog zijn): 1. in die winkel is alles goedkoop; duurkoop; in Den Haag is dit goedkoper dan hier, in Parijs het goedkoopst; 2. een goedkope liefhebberij; ir. e...
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
Goedkoop - Cecile, geboren de Jong van Beek en Donk, Ned. schrijfster; * 1866 te Alkmaar. Werkte eerst voor vrouwen-emanicipatie. Na den dood van haar echtgenoot hertrouwde zij met dr. Mich. Frenkel uit Warschau en vestigde zich te Parijs, waar ze overging tot het Katholicisme. Haar romans zijn van zeer verschillend gehalte, literair niet sterk.We...
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Goedkoop - tegenstelling van duur.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Het begrip goedkoop heeft 2 verschillende betekenissen: 1. goedkoop - bw. bn. (-er, of beterkoop, -st), voor weinig geld, voor geringen prijs: goedkoop koopen en verkoopen; het vleesch is hier beterkoop te krijgen dan bij u in de stad; — er goedkoop afkomen, met geringe onkosten, (fig.) zonder groote schade of last; — bn. niet hoog in...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.