goedkeuring - Zelfstandignaamwoord 1. een positieve beoordeling ♢ Kan het uw goedkeuring wegdragen of moet het anders? Woordherkomst Naamwoord van handeling van goedkeuren met het achtervoegsel -ing

goedkeuring - zelfstandig naamwoord uitspraak: goed-keu-ring 1. het ermee eens zijn, of het goedvinden ♢ heb je wel goedkeuring van de gemeente voor dat plan? Zelfstandig naamwoord: goed-keu-ring de goedkeuring...

goedkeuring - Goedkeuring geven aan een activiteit of object, zoals dat wordt gedaan door een geldige autoriteit.

v., 1. het goedkeuren, bekrachtiging: behoudens nadere — door de koning; 2. betuiging van tevredenheid: een woord, een teken van —; 3. instemming: dit voorstel droeg aller — weg; de vergadering gaf tekenen van —; 4. toestemming: met van de Synode gedrukt, met approbatie, met consent.

Goedkeuring - zie BEKRACHTIGING.

v. het goedkeuren: behoudens nadere goedkeuring door den Koning, — betuiging van tevredenheid: een woord van goedkeuring; — instemming: dit voorstel droeg aller goedkeuring weg; de vergadering gaf teekenen van goedkeuring; — toestemming: met goedkeuring van de Synode gedrukt, met approbatie, met consent; —, (-en. -s), (op...

zie Bijval.