goedje
(18e eeuw) (inf.) kind. Reeds in het werk van Huygens. In de Zaanstreek ook: meisje. • Elk een van dat lieve goedje lacht van vreugd zo dra 't haar ziet. (Betje Wolff: Proeve over de opvoeding. 1780) • ‘Domme jongen! - domme meid! malle kinderen! nu mag je zitten zonder speelgoed - wij zijn beschaafd lief goedje; m...