Wat is de betekenis van Godzalig?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

godzalig

godzalig - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een vrome, godvruchtige, godvrezende wijze Het praten van Den Uyl met aarzelingen, onaffe zinnen, eh's en ah's, geeft hij onvergelijkbaar weer. Tegenspeler Stijn Westenend als Van Agt staat godzalig als een misdienaar op de speelvloer. Tussen het tweetal voltrek...

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Godzalig

adj., godsillich.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

godzalig

bn. (vroom).

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

godzalig

bn. en bw. (-er, -st) 1. godsdienstig, met het zalig bewustzijn daardoor God welgevallig te zijn: een mens. 2. Iron. schijnvroom: een -e broeder.