Wat is de betekenis van Godsdienstloos?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

godsdienstloos

godsdienstloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder godsdienst Wetenschap is per definitie godsdienstloos al kunnen gelovige mensen best wel wetenschapper zijn. Woordherkomst afgeleid van godsdienst met het achtervoegsel -loos

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

godsdienstloos

bn. (eig. zonder godsdienst te hebben: zonder bepaald geloof).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

godsdienstloos

bn. (...loze) 1. zonder godsdienst: een mens. 2. buiten elke godsdienst blijvend: de ...loze school. Syn. neutraal.

2024-03-29
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Godsdienstloos

Het woord godsdienstloos beteekent zonder godsdienst. De vraag is echter of er werkelijk menschen zonder godsdienst zijn. In practischen zin is het niet te ontkennen. Wij ontmoeten telkens menschen, die zoo dagelijks zonder God in de wereld leven, en ook beweren, dat er geen God bestaat. David klaagde reeds over godloochenaars, die brutaalweg het b...

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

godsdienstloos

bn., zonder godsdienst, ongodsdienstig, (m.n. van het openbaar onderwijs) voor geen geloof partij kiezend, neutraal.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Godsdienstloos

GODSDIENSTLOOS, bn. zonder godsdienst, ongodsdienstig; — (inz. van het openbaar onderwijs) voor geen geloof partij kiezende, neutraal.