Wat is de betekenis van godgloeiende, godsgloeiende?

2023-12-02
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

godgloeiende, godsgloeiende

1) (1900) (plat) bastaardvloek. Ook versterkt tot 'godgloeiendekut' of 'godsgloeiende pokken'. Kijk ook onder gloeiende*. • God-zal-je-godgloeiend-verdomme, boere hengst, moest jij je weer vergissen, hè? (L.H.A. Drabber: Het dappere Hollandsche leger. 1900) • Godsgloeiende... kráááák!’ zei een sto...

Gerelateerde zoekopdrachten