Godgansch
GODGANSCH, GODGANSCHELIJK, bn. gansch (doch sterker dan dit woord): ik heb er den godganschen morgen naar gezocht, en het toch niet gevonden; hij voert den godganschelijken dag niets uit.
J.H. van Dale (1898)
GODGANSCH, GODGANSCHELIJK, bn. gansch (doch sterker dan dit woord): ik heb er den godganschen morgen naar gezocht, en het toch niet gevonden; hij voert den godganschelijken dag niets uit.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: