Wat is de betekenis van Gobbelen?

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gobbelen

gobbelde, h. gegobbeld (Z.-N.braken).

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gobbelen

GOBBELEN, (gobbelde, heeft gegobbeld), (gew.) gulpen, gutsen de melk gobbelt uit den emmer, draag toch voorzichtiger; — (Zuidn.) braken, overgeven.

Gerelateerde zoekopdrachten