Wat is de betekenis van glycogeen?

koolhydraat. koolhydraat dat gevormd wordt uit glucose en wordt opgeslagen in de lever en in de spieren, waar het dient als energievoorraad. Voorbeelden: De afbraak van glycogeen en vet heeft eveneens een invloed op het gewicht, maar dit effect is slechts zeer beperkt. http://www.wvc.vlaanderen.be/gezondsporten/voeding/ Het b...

Is de opslagvorm van glucose (monosaccharide) in het menselijk organisme. Glycogeen wordt voornamelijk in de skeletspieren en de lever opgeslagen. Naar behoefte worden de glycogeenreserves aan het bloed afgegeven en stijgt de bloedsuikerspiegel.

glycogeen - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) (scheikunde) een molecuul (polysacharide) waarin dieren energie opslaan ♢ De voorraad glycogeen die een mens doorgaans heeft is genoeg voor een aantal minuten sporten. Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'glukus' (zoet) met het achter...

glycogeen - zelfstandig naamwoord uitspraak: glie-ko-geen 1. molecuul waarin mensen en dieren hun energie opslaan ♢ de voorraad glycogeen bij de mens is gewoonlijk voldoende voor een aantal minuten hardlopen Zelfstandig naamwoord: glie-ko-geen...

(het; g.mv.) SP - in de spieren opgeslagen suiker, de biochemische brandstofbron voor de productie van energie voor sportprestaties. • Koolhydraten worden in je lever omgezet in glucose. Voor een deel zwerft die glucose daarna vrij rond in je bloed (en wordt dan ook wel bloedsuiker genoemd) en voor een deel wordt ze opgeslagen in lever en spieren v...

(het) SP - in de spieren opgeslagen suiker, de biochemische brandstofbron voor de productie van energie voor sportprestaties van. Herkomst: Gr. glukus (zoet) en -geen (het in het grondwoord bedoelde voortbrengend)

Spiersuiker; reservesuiker; de vorm waarin glucose (suiker) in het lichaam (mn. spieren en lever) wordt opgeslagen. Glycogeenverbranding is de afbraak van het in de spieren en de lever opgeslagen glycogeen. Deze afbraak levert energie op met een beperkt vermogen maar met een grote capaciteit.

[v. glucose (vroeger wel glycose gespeld); zie glycogeen] dierlijk zetmeel, (C6H5O10)n, dat als reservekoolhydraat en als energiebron in dierlijke weefsels (en vooral in de lever en spieren) ligt opgeslagen, en dat bij de stofwisseling, spec. bij spierarbeid, wordt afgebroken tot glucose (bloedsuiker) C6H12O6. Anderzijds kan ui...

dierlijk zetmeel