Wat is de betekenis van Gluipen?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gluipen

gluipen - Werkwoord 1. (inerg) vals zijn en/of huichelachtig kijken Uit 't dorre rimpelbakkes gluipten z'n felle oogen naar den dokter terwijl hij met bevende handen den vuilen, blauwen hoofddoek rechtschikte.

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gluipen

v., glûpe, glûpeagje.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gluipen

gluipte, h. gegluipt (loeren; vals, huichelachtig kijken): een gluipende blik.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gluipen

(gluipte, heeft gegluipt) [~ glippen] 1. van ter zijde loeren, huichelachtig kijken. 2. sluipen: -de voetstappen.