gluipen
gluipen - Werkwoord 1. (inerg) vals zijn en/of huichelachtig kijken ♢ Uit 't dorre rimpelbakkes gluipten z'n felle oogen naar den dokter terwijl hij met bevende handen den vuilen, blauwen hoofddoek rechtschikte.
Wiktionary (2019)
gluipen - Werkwoord 1. (inerg) vals zijn en/of huichelachtig kijken ♢ Uit 't dorre rimpelbakkes gluipten z'n felle oogen naar den dokter terwijl hij met bevende handen den vuilen, blauwen hoofddoek rechtschikte.
Jozef Verschueren (1930)
(gluipte, heeft gegluipt) [~ glippen] 1. van ter zijde loeren, huichelachtig kijken. 2. sluipen: -de voetstappen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: