Wat is de betekenis van gloren?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gloren

gloren - Werkwoord 1. absoluut zacht gloeien, glinsteren, een zacht schijnsel geven (vooral van de dageraad) Aan de verre horizon gloort de dageraad. Op de bovenste verdieping gloort het licht van een peertje. 2. absoluut aanbreken ...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gloren

v., gluorje, gloarje; zacht —, gluorkje.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gloren

gloorde, h. gegloord (lit. t. glanzen, stralen, flikkeren, glimmen): er gloorden nog enige vonken; de dageraad begint te gloren.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gloren

(gloorde, heeft gegloord) Verh. 1. glimmen, flikkeren: er gloorde geen sprankje vuur in de haard. 2. lichten: de ochtend begon te -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gloren

(gloorde, heeft gegloord), 1. zonder warmte te geven branden, glimmen: er gloorde geen sprankje vuur in de haard; 2. een zacht, glanzend schijnsel geven, lichten: de ochtend begon te —.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gloren

GLOREN, (gloorde, heeft gegloord), glimmen, glanzen er gloorde geen sprankje vuur in den haard; — een zacht, glanzend schijnsel geven, lichten de ochtend begon te gloren; — flikkeren er gloorde iets wilds in zijn oog; — gloeien, blaken zij doet mijn boezem gloren; — (dicht.) doen glimmen, doen gloeien wees welkom, heilrij...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)