Glop
In de vroegere Zaanse volkstaal algemeen gebruikte aanduiding voor de onderbreking van een gesloten rij. Een glop kon voorkomen in de bebouwing, maar bijvoorbeeld ook in een bomenrij, terwijl van een kind dat tanden wisselde wel werd gezegd dat het een glop in zijn mond had. Gloppen in de bebouwing konden ontstaan door de sloop van éé...