Gloop
bouwkundig ornament
Jozef Verschueren (1930)
v. (glopen) [wsch. Gr. lobos] cirkelsegment als versiering in de gotische bouwkunst: gewoonlijk heeft men enkele glopen naast elkaar.
J.H. van Dale (1898)
GLOOP, v. (glopen), (bouwk.) zeker ornament tot vulling van venstertraceeringen: een nauw toeloopende holte in den vorm van een cirkelsegment, een peer, een hart of een puntboog, waarvan er doorgaans drie of meer naast elkaar worden aangebracht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: