Wat is de betekenis van Gloeierig?

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gloeierig

bn., bw. (zich min of meer onaangenaam warm gevoelend): mijn hoofd is gloeierig; gloeierig zijn van koorts; gloeierig warm.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gloeierig

bn. en bw. onaangenaam min of meer gloeiend: een hoofd.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gloeierig

GLOEIERIG, bn. een onaangenaam gloeiend gevoel hebbende ik ben zoo gloeierig, ik heb zeker koorts; gloeierige wangen.

Gerelateerde zoekopdrachten