gloeierig
bn., bw. (zich min of meer onaangenaam warm gevoelend): mijn hoofd is gloeierig; gloeierig zijn van koorts; gloeierig warm.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (zich min of meer onaangenaam warm gevoelend): mijn hoofd is gloeierig; gloeierig zijn van koorts; gloeierig warm.
J.H. van Dale (1898)
GLOEIERIG, bn. een onaangenaam gloeiend gevoel hebbende ik ben zoo gloeierig, ik heb zeker koorts; gloeierige wangen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: