gloeiende
(1950+) bastaardvloek. Dit bijvoeglijk naamwoord keert terug in talrijke verbindingen waarin gevloekt wordt. Soms versterkt tot Godgloeiende of Godgloeiendenakendegodverdomme. Zie ook: gloeiende gloriemandarijnen; gloeiende gloriereuzen; gloeiende glorietoeters. • God God gloeiende godverdomme. (Henk van Kerkwijk: Tot de aanval. 1968) •...