Wat is de betekenis van glijder?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

glijder

glijder - zelfstandig naamwoord uitspraak: glij-der 1. nop voor onder een stoelpoot om de stoel beter te laten glijden ♢ door die glijders maakt de stoel geen geluid meer als je hem verschuift Zelfstandig naamwoord: glij-der ...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

glijder

m. glijders (storingsgeluid; z. ald.).

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Glijder

Glijder - ➝ Fricatief; Glide.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

glijder

m. (-s) 1. hij die glijdt. 2. schuringsgeluid, frikatief.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)