Wat is de betekenis van Gletscher?

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gletscher

IJstong, welke ontstaat door opeenhoping van sneeuw, dat tot ijs wordt en langzaam van hoge bergen naar beneden zakt, daarbij aan de bovenkant steeds aangroeiende en aan de onderkant afsmeltende. G., die over een grote uitgestrektheid het land bedekken, heten landijs. Met het ijs wordt materiaal (moraine) getransporteerd. In de gletscherkunde onder...

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

gletscher

m. langzaam van een bergrug afschuivende ijsmassa.

2024-04-19
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

gletscher

m. reusachtig ijsveld, dat langzaam van een bergrug afschuift.

2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gletscher

langzaam voortschuivende ijsstroom i/h hooggebergte of Poolgebied, ontstaan uit → firnsneeuw, d/d gebeele breedte vult v/h dal waarin hij ligt en aarde en stukken rots meevoert. Deze laatste worden onderweg en o/d plaats, waar de gletscher d/d hoogere t.empei atuur gedeeltelijk smelt, afgezet en heeten moreenen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gletscher

enz. ➝ gletsjer enz.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gletscher

gletscher - m., reusachtig ijsveld op een berghelling.

2024-04-19
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gletscher

(in Graubünden Wader, in Tirol Ferner of Firne, in Salzburg en Karintië Kees, in de ital. Alpen Ghiacciaja, in het rhaeto-romaansche gebied Vedretta of Vadret, in Wallis Biegno, in Piemont Ruize, in Savoie en Dauphiné Glacier of Glacière, in Noorwegen Brae, op Ijsland Jökull). Ijsstroomen die in de firnsneeuwvelden van...

2024-04-19
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Gletscher

m. D., uit firn (z.a.) ontstane langzaam neerzakkende massa landijs in het hooggebergte, waarvan het onderste deel beneden de sneeuwgrens reikt en de bergbeken doet ontstaan.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gletscher

GLETSCHER, (Hd.), m. (-s), een in de firnsneeuwvelden ontstaan ijsveld in het hooggebergte, dat door zijne eigen zwaarte als een breede ijsstroom langzaam naar beneden glijdt.