Wat is de betekenis van Gleiergoed?

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gleiergoed

o. (verglaasd aardewerk): hier verkoopt men gleiergoed, pottenbakkersgoed.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gleiergoed

o., verglaasd aardewerk.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gleiergoed

GLEIERGOED, GLEIERWERK, o. (Zuidn.) fijn aardewerk schotels en taljoren van gleienwerk.