Wat is de betekenis van glansloos?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

glansloos

Het begrip glansloos heeft 2 verschillende betekenissen: 1) niet glanzend. zonder glans; zonder weerschijn; niet glanzend; niet glimmend; dof. 2) niet sprankelend. zonder fleur; niet sprankelend; niet levendig; saai; eentonig.

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

glansloos

glansloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder glans, zonder eer Hij had een kleine onopvallende, glansloze rol in de mislukte film. Veel mensen prefereren een hoogglans verf boven een matte, glansloze verf. Woordherkomst afgeleid van gla...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

glansloos

bn. en bw. (...lozer, -t) 1. zonder glans: ...loze ogen. 2. eentonig, zonder fleur: het leven vinden.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

glansloos

bn., 1. zonder glans, niet glimmend: zijn ogen waren dof en -; 2. (fig.) zonder fleur, saai, eentonig: allengs begon zij het leven aan zijn zijde te vinden.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Glansloos

GLANSLOOS, bn. zonder glans, niet glimmend zijne oogen waren dof en glansloos; — (fig.) zonder fleur, saai, eentonig: allengs begon zij het leven aan zijne zijde glansloos te vinden.