Wat is de betekenis van Gissing?

gissing - Zelfstandignaamwoord 1. gedachte waarvoor men onvoldoende gegevens heeft om de juistheid of onjuistheid ervan te kunnen vaststellen ♢ Maar een bedrijf met 1 miljard klanten en 150 miljard euro in kas zal toch wel een goede klantenservice hebben? Nee. Er is Apple Support Communities, en hoewel dat fo...

raaiskoot; raming.

s., gissing, gis, formoeden (it).

v. gissingen, gissinkje (het gissen; hetgeen gegist wordt, onderstelling): een blote gissing; een geleerde gissing maken, hypothese.

Gissing, - George Robert, Eng. romanschrijver; * 1857 te Wakefield, ✝ 1903 in de Pyreneeën. G. stud. aan het Owens College te Manchester, doch door een onvoorzichtig huwelijk vernietigde hij zijn kansen op een goede loopbaan, leed veel gebrek in Amerika, in Duitschland en Londen; het succes kwam eerst op het laatst van zijn leven, na een tweed...

v. (-en), 1. datgene wat gegist wordt, onderstelling waarvan men de juistheid mogelijk of waarschijnlijk acht: het is niet meer dan een een blote —, waarvan de juistheid niet is te bewijzen; zich in gissingen verdiepen, allerlei mogelijkheden bedenken, stellen; 2. (in de wetenschap) conjectuur, hypothese.

...

GISSING, v. (-en), datgene wat gegist wordt, eene onderstelling het is niet meer dan eene gissing, eene bloote gissing, wier juistheid niet is te betoogen; — zich in gissingen verdiepen allerlei mogelijkheden bedenken, stellen; — oordeel zelf of mijne gissing gegrond is, of wat ik gis waarschijnlijk is; — (in de wetenschap) eene...

z.n.v. - Zie bestek. De Naelde wijckt noch wraeckt en alle Gissingh sluyt Huyghens, Hofwyck.