Wat is de betekenis van gingivitis?

2024-04-24
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Gingivitis

Ontstoken tandvlees.

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gingivitis

gingivitis - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) tandvleesontsteking

2024-04-24
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

gingivitis

(uitspraak: gin-gie-VIE-tis) Zie (ook) tandvleesontsteking

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gingivitis

[v. Lat. gingeva = tandvlees; zie verder -itis] tandvleesontsteking.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gingivitis

tandvleesontsteking

2024-04-24
Homeopathie encyclopedie

Ilse Dorren (1987)

Gingivitis

Ontsteking van het tandvlees.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

gingivitis

v. tandvleesontsteking.

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gingivitis

Gingivitis - ontsteking van het tandvleesch, veelal een gevolg van tandcaries of tandsteen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gingivitis

ontsteking van het tandvleesch; syn. ulitis.

Gerelateerde zoekopdrachten