ginds
ginds - Bijvoeglijk naamwoord 1. daar in de verte gelegen ♢ Het is nog een lange tocht naar gindse bergen. ginds - Bijwoord 1. daar in de verte ♢ Er lijkt ginds in het oosten onweer op te komen. Woordherkomst (erfwoord) van h...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
ginds - Bijvoeglijk naamwoord 1. daar in de verte gelegen ♢ Het is nog een lange tocht naar gindse bergen. ginds - Bijwoord 1. daar in de verte ♢ Er lijkt ginds in het oosten onweer op te komen. Woordherkomst (erfwoord) van h...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
ginds - bijwoord 1. daar, op die plaats ♢ het winkelcentrum is ginds Bijwoord: ginds Synoniemen daarginds, ginder
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
I. bw., 1. (alleen in schrijftaal) ginder, daar: — verheft zich een heuvel; II. bn., geen, gene: aan gindse zijde, het gindse huis, het huis daar ginder.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
GINDS, bw. ginder, daar ginds verheft zich een heuvel; wie loopt daar ginds ? — ginds en weer, heen en weer, heen en terug; (gew.) hij is er maar ginds en weer geweest, een oogenblik, even.
Gerelateerde zoekopdrachten