gif
(19e eeuw) (Barg.) slim. • Gif, (barg.), verstandig. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • ... zoo gif (slim) benne we toch wel... (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was. 1901) • De uitsmijter lonkte met een grof lachje de jonges toe. Het moest dus een &lsq...