Wat is de betekenis van gezinslid?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gezinslid

gezinslid - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die tot een gezin behoort Het gezin had vier gezinsleden: vader, moeder en twee kinderen. Woordherkomst samenstelling van gezin en lid met het invoegsel -s-

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)