Wat is de betekenis van Gezindheid?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gezindheid

gezindheid - Zelfstandignaamwoord 1. wat je ergens van vindt, innerlijke houding Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. (G...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gezindheid

gezindheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-zind-heid 1. manier van denken of voelen ♢ ze heeft ons haar gezindheid laten blijken Zelfstandig naamwoord: ge-zind-heid de gezindheid

2024-04-19
Lexicon van de Ethiek

Jean Pierre Wils (2007)

Gezindheid

Gezindheid duidt op de innerlijke houding van de mens, de duurzame gerichtheid van de wil. De gezindheid heeft betrekking op het subjectieve moment van het handelen. Aan iedere handeling als het geïntendeerd bewerken van een stand of gang van zaken in de werkelijkheid, zijn immers een subjectief en een objectief aspect te onderscheiden: dat van de...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gezindheid

v. gezindheden (stemming, denkwijze): een vijandige gezindheid.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gezindheid

v. (...heden) 1. stemming : een vijandige -. 2. geloof(sovertuiging): iemand van de protestantse -.

2024-04-19
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gezindheid

I. Gezindheid (in de psychologie en in de ethiek), wordt meestal opgevat als een eigenschap of richting van den wil, waardoor van te voren bepaald is wat in de afzonderlijke levensgevallen begeerd wordt en wat niet. Velen achten haar een product der ervaring. Wat men steeds weer als doelmatig heeft bevonden, trekt de wil min of meer blijvend tot zi...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gezindheid

v. (-heden), 1. innerlijke houding, denkwijze, stemming: hieruit bleek hun vijandige —; 2. geneigdheid, doorgaande neiging: ik ben overtuigd van uw goede jegens haar; 3. geloofsovertuiging: iemand van roomse —; de getuige doet hierna, naar de wijze van zijn godsdienstige -, de eed of de belofte; 4. (gew.) gezindte, politieke, kerkeli...

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)