Wat is de betekenis van Gewoel?

2025-07-10
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-10
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gewoel

gewoel - Zelfstandignaamwoord 1. drukte, onrust, reuring - Heineken heeft een goed jaar achter de rug, ondanks het economische en politieke gewoel dat in tal van belangrijke markten de verkopen onder druk zette. In Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa bracht Heineken minder bier aan de man. De te...

2025-07-10
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gewoel

s.n., gewoel (it), gehonthei (it).

2025-07-10
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gewoel

o. (het woelen, drukte): het gewoel der grote steden, het gewoel der markten.

2025-07-10
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gewoel

(gә'woel) o. 1. Eig. het aanhoudend woelen. 2. Metf. gedrang, drukte: het der grote steden.

2025-07-10
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gewoel

o., drukte: het — der grote steden.

2025-07-10
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gewoel

GEWOEL, o. het woelen; het dooreenwoelen van eene menigte; drukte; onrustig streven het gewoel der wereld, der hartstochten.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-10
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)