Wat is de betekenis van Gewieg?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gewieg

GEWIEG, o. het telkens heen- en weerwiegen. GEWIEGEL, o. het zachtjes heen- en weerbewegen (op den wind of op den stroom). GEWIEKST, bn. gewikst.