Wat is de betekenis van Gewennen?

2025-03-28
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gewennen

gewennen - Werkwoord 1. (formeel) gewoon worden, vertrouwd raken, zich thuis gaan voelen Synoniemen wennen, aarden, gewend raken

2025-03-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

gewennen

Gewoon maken of worden, wennen. Vele maanden zullen er noodig zijn om de Rupel te vergeten en te gewennen aan den vreemden grond, WACHTERS 1946, 189. Eens glimlacht hij dat hij daar immers moet aan gewennen, want dat hij later wellicht ook nog met blote voeten zal lopen, WEYTS 1950, 210. U bent wel geradbraakt door dat lange auto-zitten, maar u k...

2025-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gewennen

v., (bi)wenne; zich moeilijk kunnen —, hurdwennich wêze.

2025-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gewennen

gewende, h. (1), i. (2) gewend (1 gewoon maken; 2 gewoon worden): 1. de kinderen aan gehoorzaamheid gewennen; 2. men gewent aan alles; zich aan iets gewennen; zegsw. jong gewend, oud gedaan, wat men in zijn jeugd zich tot gewoonte maakt, blijft tot in de oude dag bij; zich ergens gewennen, zich thuis gaan voelen.

2025-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gewennen

(gә'wennәn) (gewende, gewend) 1. (heeft) gewoon maken: iemand aan stiptheid -; zich aan iets -; zich ergens -. 2. (is) gewoon worden: hij gewent al aardig in zijn nieuwe betrekking; aan iemand -.

2025-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gewennen

(gewende, heeft en is gewend), 1. (overg.) gewoon maken: gewen uw kind aan weinig snoepen; zich zich gewoon maken; hij wil zich vroeg op te staan; 2. (onoverg.) gewoon worden: men gewent aan alles; aan iemand aan de omgang met hem gewoon raken; ergens zich daar thuis gaan gevoelen: ik ben er nog niet gewend.

2025-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gewennen

GEWENNEN, (gewende (zich), heeft (zich) en is gewend), gewoon maken gewen uw kind aan onbepaalde gehoorzaamheid; hij wil zich gewennen om vroeg op te staan; — gewoon worden men gewent aan alles; aan iemand gewennen, aan den omgang met hem gewoon raken: ergens gewennen, zich daar thuis gaan gevoelen ik ben er nog niet gewend.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-03-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)