Wat is de betekenis van Gewei?

2023-12-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gewei

gewei - Zelfstandignaamwoord 1. (zoötomie) een stel uit been bestaande hoorns van herten; al dan niet vertakt Het gewei van het hert was afgebroken en lag op de grond.

2023-12-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gewei

gewei - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-wei 1. vertakte hoorns op de kop van een hert ♢ de jager had een gewei boven de open haard hangen Zelfstandig naamwoord: ge-wei het gewei de g...


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-09
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Gewei

Wanneer men iemand een gewei op het hoofd zet, dan wil men met die persoon niets meer te maken hebben. Dromen over geweien en horens houden steeds het gevaar in van een afscheid van geliefde personen of het afstand moeten doen van voorwerpen.

2023-12-09
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

gewei

gewei - Een paar uitstulpingen van been dat jaarlijks wordt afgeworpen; het steekt uit vanaf de voorhoofdsbeenderen van gehoefde dieren die behoren tot de hertenfamilie. Te onderscheiden van 'hoorn', dat uit vervormd huidweefsel of samengeperst haar bestaat.

2023-12-09
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gewei

horens, vertakte beenuitgroeisels op het voorhoofdsbeen van mannelijke herten. Bij het rendier hebben ook de vrouwelijke dieren een gewei. Het gewei wordt elk jaar afgeworpen en opnieuw gevormd. Het is aanvankelijk met de behaarde huid bedekt, die later verdroogt en af geschuurd wordt (,,de bast wordt geveegd”). Een edelhert is eerst een spie...

2023-12-09
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

gewei

vorming vanuit de voorhoofdbeenderen, bestaat uit been aanvankelijk met de huid (bast) er overheen. Is het gewei volgroeid dan sterft de huid af. In najaar wordt gewei afgeworpen. Het gewei komt, behalve bij het rendier, alleen bij mannelijke dieren voor. Bij een edelhert kan het gewei wel 7-8 kg wegen, ➝ bastgewei, ➝ gaffelgewei.

2023-12-09
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Gewei

van rendierhert, eland, enz. werd vooral in de steentijd veel gebruikt voor werktuigen, zoals bij vuursteen'-mijnbouw, landbouw*, etc. Ook werden er b.v. naalden uit vervaardigd en wsch. vele andere gereedschappen*. Bekend zijn ook de Lyngby*-biilen van gewei uit het Mesolithicum.*

2023-12-09
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gewei

s.n., hoarnen, pl.

2023-12-09
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gewei

de uit echt been bestaande horens bij de hertachtige herkauwende dieren. De horens zijn niet meer door huidweefsels bedekt en staan op spilvormige verlengstukken van het voorhoofdsbeen, de zgn. rozestokken. Bij het rendier komt het G. zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje voor, bij de andere hertachtige heeft slechts het mannetje een G. Na vo...

2023-12-09
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GEWEI

noemt men bij de herten (Cervidae) de uit echt been bestaande, al dan niet vertakte en ten slotte niet meer door de huid bedekte uitgroeiingen van het voorhoofdsbeen, die na volkomen ontwikkeling elk jaar worden afgeworpen. Behalve bij het rendier is het gewei een secundair geslachtskenmerk voor het mannetje (hert, bok of stier). Het ontstaa...

2023-12-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gewei

o. -en (de getakte horens v. e. hert, v. e. reebok en van enkele andere dieren).

2023-12-09
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gewei

bij mannelijke hertachtige dieren (en b/h vrouwelijk rendier), hoornen uitwassen v/h voorhoofdsbeen, die jaarlijks worden afgeworpen en vervangen d/e nieuw g. met grooter aantal takken, zoodat aan dit aantal de leeftijd kan worden herkend.

2023-12-09
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gewei

Gewei - noemt men de parige, vertakte, beenige uitwassen op het voorhoofdsbeen bij de herten. Het wordt alleen aangetroffen bij de mannetjes (bokken), behalve bij het rendier, waar ook het wijfje een g. draagt. Het wordt elk jaar afgeworpen en door een nieuw vervangen. Deze periodieke wisseling houdt in zooverre verband met het geslachtsleven, dat...

2023-12-09
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gewei

(gә'wei) I o. (-en) getakte horens van hert, reebok enz.: het hert laat zijn vallen; een bestaat uit twee stangen (met takken). II o. geweide.

2023-12-09
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gewei

Het gewei van herten, elanden, rendieren, reebokken enz. is een van de mooiste en interessantste natuurlijke sieraden, die in de natuur voorkomen. Wanneer je in een hertenkamp staat te kijken naar een prachtig edelhert, met zijn lichtbruine fluwelen ogen en zijn zachte vacht als een wit gestippeld tapijtje, dan heb je natuurlijk ook het gewei volop...

2023-12-09
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gewei

Gewei - zie HERTEN.

2023-12-09
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gewei

o. (-en), 1. stel van, uit echt been bestaande, al of niet vertakte hoorns, zoals hertachtigen die dragen; 2. geweide. (e) Het dragen van een gewei is een kenmerk van de hertachtigen of Cervidae (Lat. cervus, gehoornd), waarvan op enkele uitzonderingen na de mannetjes een vertakt gewei hebben. Dit gewei ontstaat kort na de geboorte op het achterste...

2023-12-09
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Gewei

(van een hert) brengen sommigen in verband met het Oudindisch: vaya = tak. Daar er ook een bijvorm gewicht bestaat, zien anderen in het woord een afl. van den Germ. wt. wig (Idg. wik) = strijden, kampen. Zie Weigeren.

2023-12-09
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gewei

de getakte hoorns van herten, geiten enz.

2023-12-09
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gewei

Het begrip gewei heeft 2 verschillende betekenissen: 1. gewei - GEWEI, o. (-en), de gezamenlijke horens van herten, reebokken enz. 2. gewei - GEWEI, o. het ingewand (van wild en tam gedierte); — (jag.) de uitwerpselen van het loopend en vliegend kleiD wild hier speurde hij den voet van een haas, daar het gewei van hoenders.