geuren
(19e eeuw) (inf.) pronken. Eigenlijk: reuk verspreiden. Ook wel 'geurpikken' in soldatenslang. Volgens Van Ginneken een gebruikelijke term bij de infanterie in de periode 1860-1885. Hij vermeldt ook nog de uitdrukking 'met een los geurtje lopen': deftig wandelen. • Mijn vriend, die reeds geruimen tijd in 't H...